De bevindingen van het CGA bespreekt de verpleegkundige met de oudere en met de betrokken arts en neemt kennis van de gewenste prioritering. Indien de huisarts of de verpleegkundige dit nodig acht kan hij/zij aanvullende diagnostiek uitvoeren om de problemen eerst nog beter in kaart te brengen, met behulp van de toolkit en stappenplannen.
Vervolgens wordt een op maat gemaakt zorgbehandelplan gemaakt met en voor de oudere. Dit plan beschrijft de problemen, doelen en interventies die worden ingezet op gebied van zorg en welzijn. Uitgangspunt van het zorgbehandelplan is dat niet alleen wordt gekeken welke interventies de hulpverleners kunnen uitvoeren, maar dat vooral ook wordt gekeken op welke manier de oudere en zijn sociale systeem zelf kunnen bijdragen. De inhoud van dit plan verschilt per oudere. Interventies kunnen zich bijvoorbeeld richten op de aanpak van stemmingsklachten, terwijl bij een andere oudere somatische problemen, zoals polyfarmacie, vallen en verminderde mobiliteit, op de voorgrond staan.