?>

Tips voor verminderen of tegengaan van beperkingen in het dagelijks functioneren

Het belangrijkste dat u zelf kunt doen is actief blijven. Dit betekent niet dat u moet gaan sporten: dagelijks een half uur wandelen of fietsen werkt bijvoorbeeld al heel goed. Als u twijfelt of u dit wel kunt, probeer dan te bewegen onder begeleiding bij een sportschool of samen met vrienden. Actief blijven betekent ook dat u mensen blijft bezoeken, vrijwilligerswerk doet of zelf op stap gaat om boodschappen te doen.

Als u hulp nodig heeft van een wijkverpleegkundige bij uw dagelijkse verzorging (ADL), zoals bij het wassen of aankleden, dan heeft u een indicatie voor zorg nodig. Via uw huisarts of het WMO-loket kunt u zo’n indicatie regelen. Als u zorg krijgt dient u vaak een persoonlijke bijdrage te betalen. Deze bijdrage is afhankelijk van uw inkomen.
U mag vervolgens zelf een thuiszorgorganisatie kiezen. Bij het kiezen van een thuiszorgorganisatie kunt u bijvoorbeeld rekening houden met vragen als: ‘wie komt er langs?’ en ‘kan ik zelf de hulptijden bepalen?’.

Als u hulpmiddelen nodig heeft, zoals aanpassingen in uw woning of een rollator, dan gaat u naar het WMO‐loket in uw gemeente. Zij kijken samen met u wat nodig is. De medewerkers van het WMO- loket zullen altijd eerst vragen wat u zelf al gedaan heeft om uw beperkingen te verminderen.
Ook voor huishoudelijke hulp kunt u terecht bij het WMO‐loket in uw gemeente. Een belangrijke vraag is of u van mensen uit uw omgeving hulp kunt krijgen, bijvoorbeeld van familie, vrienden of buren. Pas als hulp van naasten niet mogelijk is en er toch ondersteuning nodig is, zult u deze hulp via de gemeente krijgen.

 

Toolkit

Artikelen

Project ‘Tijd voor oogsten’

Artikel op website Nationaal Programma Ouderenzorg: Almere is de eerste regio in Nederland waar welz...

Bijeenkomst over Transmurale zorg

Naar aanleiding van de CBO bijeenkomst over de transmurale zorgbrug op maandag 5 februari is mevrouw...