?>

Prevalentie

Volgens de definitie gebruikt door het CBS, wordt onder mobiliteitsbeperkingen verstaan het met grote moeite of niet in staat zijn een voorwerp van 5 kilo (bijvoorbeeld een boodschappentas) 10 meter te dragen, bukken en iets van de grond pakken of 400 meter aan 1 stuk lopen zonder stil te staan (zonodig met wandelstok).
Gebruik makend van deze definitie rapporteerde 22% van de 65 plussers minimaal één mobiliteitsbeperking in 2009 (Statline CBS). Mobiliteitsbeperkingen nemen toe bij een hogere leeftijd en komen vaker voor bij vrouwen (Nationaal Kompas Volksgezondheid, GGD Amsterdam).

In Amsterdam rapporteerde 9% van de mannen van 55 en ouder één of meer beperking in mobiliteit (zich verplaatsen naar een andere kamer op dezelfde verdieping, de trap op- en aflopen, de woning verlaten en binnen gaan en zich buitenshuis verplaatsen) tegenover 16% van de vrouwen (GGD Amsterdam).

Het percentage met een of meer mobiliteitsbeperkingen was 6% in personen tussen de 55 en 64 jaar, 10 % in personen 65 en 74 jaar en 28% in personen van 75 jaar en ouder.

Loopsnelheid en meer recent de Short Physical Performance Battery (SPPB) worden veelvuldig als objectieve maat van mobiliteit gebruikt. Internationaal wordt een loopsnelheid langzamer dan 1.0 m/s geassocieerd met negatieve gezondheidsuitkomsten (Cesari 2005; Guralnik 2000).

Uit grote onderzoeken blijkt dat de loopsnelheid gemiddeld afneemt met de leeftijd en dat de gemiddelde loopsnelheid bij ouderen boven de 70 jaar al dicht in de buurt van de 1.0 m/s komt (Bohannon 1997).

Verder is uit onderzoek gebleken dat fysiek actieve personen minder vaak mobiliteitsbeperkingen hebben (Visser 2005).

 

Toolkit

Artikelen

Project ‘Tijd voor oogsten’

Artikel op website Nationaal Programma Ouderenzorg: Almere is de eerste regio in Nederland waar welz...

Bijeenkomst over Transmurale zorg

Naar aanleiding van de CBO bijeenkomst over de transmurale zorgbrug op maandag 5 februari is mevrouw...