Overig aanvullend onderzoek in de eerste lijn bestaat uit onderzoek van de urine, uitsluiten van retentie en op indicatie bloedonderzoek naar oorzaken van polyurie en nierfunctie (dit laatste bij een verdenking op obstructie).
Onderzoek naar retentie na mictie kan lastig zijn in de eerste lijn. Desalniettemin wordt onderzoek naar retentie geadviseerd bij patiënten met retentie in het verleden, operaties in het urogenitale gebied, significante prolaps, (aanwijzingen voor) prostaathyperplasie, neurologisch lijden, recidiverende urineweginfecties en uitblijvend effect van spasmolytica.
Met anamnese, lichamelijk en aanvullend onderzoek kan in de veel gevallen de diagnose en eventuele therapie worden vastgesteld. Patiënten dienen verwezen te worden als de diagnose onduidelijk is, indien een operatieve ingreep wordt overwogen, de behandeling faalt of er een ‘gecompliceerde incontinentie’ bestaat.
Onder een gecompliceerde incontinentie verstaat men het optreden van andere symptomen (zoals hematurie, significante retentie), of een belaste voorgeschiedenis.