?>

Interventie

Indien er sprake is van mishandeling en de betrokkenen willen hulp, dan wordt fase 4 van het protocol in werking gezet

Fase 4 actie indien er sprake is van mishandeling en betrokkenen hulp willen

Een aantal concrete acties die in gang gezet kunnen worden

  • Contact met de Huisarts over melding en afstemming;
  • Contact WMO / Gemeente voor Mantelzorgondersteuning;
  • Contact Thuiszorg voor Mantelzorgondersteuning;
  • Respijtzorg voor oudere regelen; hiervoor is CIZ indicatie nodig;
  • Wijzen op cursus mantelzorg (via WMO-loket);
  • Voor oudere: dagopvang of opname verpleeg- of verzorgingshuis regelen;
  • Contact GGZ of maatschappelijk werk voor behandeling of counselinggesprekken pleger;
  • Om het dagelijks leven van de oudere en pleger weer op de rails te zetten: maaltijdvoorziening, administratieve hulp, schuldhulpverlening, arbeidsbemiddeling of scholing (pleger), sociale contacten uitbreiden/ isolement doorbreken: club en verenigingsleven inschakelen, maatjesproject, preventief huisbezoek ouderenwerk (via WMO-loket);
  • Indien er sprake is van bedreigingen en fysiek geweld, contact met politie.

Overige acties

Derden erbij betrekken
Vraag of collega’s mee willen denken of zoek contact met andere disciplines. Dit kan binnen de eigen organisatie, maar ook instellingoverstijgend.

Overleg organiseren
Bij een complexe situatie, waar meerdere disciplines bij betrokken zijn, helpt het om met alle hulpverleners rond de tafel te gaan en een gezamenlijk hulpplan op te stellen. Eén persoon zal de coördinatie op zich nemen. Dit kan bijvoorbeeld georganiseerd worden door de aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling of de huisarts.

Een plan van aanpak opstellen
Bij een vermoeden dat er echt iets aan de hand is, moeten de verschillende hulpverleners goed afspreken wie wat wanneer doet. Een plan omvat een korte omschrijving van de vermoede mishandeling, de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende disciplines. Daarnaast wordt er een gedetailleerde registratie bijgehouden van de vermoedens en signalen.

Betrek indien mogelijk de pleger in het gesprek
De mishandelende verzorger heeft vaak gevoelens van tekortschieten en minderwaardigheid. Hij/zij kan bang zijn voor veroordeling. Dit roept extra stress op en maakt dat iemand zich terugtrekt. Men raakt meer geïsoleerd.

Daardoor ontstaat grotere wederzijdse afhankelijkheid en groter risico op verdere ontsporing. Als zaken bespreekbaar blijken te zijn, kan dit voor alle partijen uiteindelijk een opluchting betekenen. Maar voordat mishandeling bespreekbaar is, moet er wederzijds vertrouwen zijn. Ingang vinden bij de pleger lukt alleen als je een positieve benadering gebruikt en laat blijken dat iemand niet ‘verkeerd’ handelt, maar steun kan gebruiken.

Fase 5 Evaluatie en Nazorg

Maak een veiligheidsplan, waarin beschreven wordt wanneer er welke actie wordt ondernomen.
Breng betrokken hulpverleners op de hoogte en licht ze in dat de casus wordt afgesloten.

 

Toolkit

Artikelen

Project ‘Tijd voor oogsten’

Artikel op website Nationaal Programma Ouderenzorg: Almere is de eerste regio in Nederland waar welz...

Bijeenkomst over Transmurale zorg

Naar aanleiding van de CBO bijeenkomst over de transmurale zorgbrug op maandag 5 februari is mevrouw...