Dit biopsychosociale model kan gebruikt worden om een indeling te maken van de factoren die te maken hebben bij de depressie bij een specifieke patiënt.
Tabel 1: Matrix van biopsychosociale factoren (Bron: Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ & Trimbos-Instituut, 2008)
|
Kwetsbaarheid |
Stressoren bij ontstaan |
Stressoren bij beloop |
Kracht/steun/ interventie |
BiBiologisch |
Erfelijke factoren
Eerdere depressies |
Alle somatische ziekten (m.n. ziekte van Parkinson, cerebrovasculair accident (CVA)
Depressogene medicatie |
Depressogene medicatie
Chronische ziekte |
Antidepressiva
Elektroconvulsieve therapie (ECT) |
Psychologisch |
Jeugdtrauma’s (bv. verlies ouder)
Persoonlijkheid |
Psychotrauma Chronische conflicten |
Beperkte copingstrategie |
Uitgebreide copingstrategie
Religie
Psychotherapie |
Sociaal |
Sociale isolatie
Armoede
Analfabetisme
Heimwee |
Recente levensgebeurte- nissen (bv. verlies dierbaren, verhuizing, pensionering) |
Te veel steun
Te weinig steun |
Adequate sociale steun |
Belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van een depressie:
- Rouw;
- Slaapstoornissen;
- Eerdere depressie doorgemaakt;
- Vrouwelijk geslacht;
- Cognitieve stoornissen;
- Gebrek aan of verlies van sociale contacten;
- Lichamelijke handicaps/ziekten en vooral de gevolgen hiervan: slechte mobiliteit, functionele beperkingen, pijn, verlies van controle over het bestaan en rolverandering door ziekte;
- Bij de late-onset depressie lijken genetische factoren en persoonlijkheidsfactoren een minder grote rol te spellen en is er een grotere rol voor ‘biologische‘ factoren, vooral de vasculaire risicofactoren;
- Het vroege verlies van een ouder of traumatische oorlogservaringen blijken 50-60 jaar later nog een risicofactor te zijn voor het krijgen van een depressie;
- Bepaalde medicatie: systemische corticosteroïden, niet selectieve bètablokkers, H2-receptorantagonisten, NSAIDs, calciumantagonisten;
- Lagere sociaaleconomische status;
- Opname in ziekenhuis Verblijf in verzorgings- of verpleeghuis;
- Vasculaire risicofactoren: hypertensie, diabetes mellitus, overgewicht, roken, te weinig lichaamsbeweging, hypercholesterolemie.
Bronnen: Beekman, 1996; Cole & Dendukuri, 2003; Djernes, 2006; Heeren, 2006.