Uit een studie van 9000 patiënten ouder dan 65 jaar bleek, dat meer dan 50% van de patiënten regelmatig slaapproblemen had (moeite met inslapen, vaak wakker worden, te vroeg wakker worden, slaperigheid overdag, niet uitgerust zijn) (2).
Fysiologische slaap
Voor een goed begrip van slaapstoornissen is kennis van de normale slaap noodzakelijk. De totale slaapduur bedraagt bij ongeveer 65% van de volwassenen 7 a 8 uur. Acht procent kan met minder slaap toe, terwijl twee procent langer dan 10 uur slaapt (3).
De non-REM-slaap bestaat uit 4 fasen, genummerd van I tot IV. Fase IV is de diepste slaap.
De non-REM-slaap wordt afgewisseld met kortere periodes van REM-slaap (ongeveer 20% van de totale slaapduur).
Bij ouderen verandert de fysiologische slaap. De periode non-REM-slaap met diepste slaap (fase IV) wordt korter. Hierdoor zijn ouderen gemakkelijker wekbaar gedurende de nacht. Ook de totale duur van de slaap wordt korter. Relatief gezien vormt de REM-slaap een groter deel van de slaaptijd.
Ouderen vallen minder snel in slaap en zijn vaker en langduriger wakker, doordat ze sneller en vaker wisselen van slaapfase. Ook zijn ze overdag slaperiger. De slaapefficiëntie neemt af, dit is de ratio van de tijd die mensen slapen en de tijd die ze in bed doorbrengen (zie Figuur 1) (4).