?>

Prevalentie

Heup-, wervel- en polsfracturen zijn de meest voorkomende osteoporotische fracturen. Andere osteoporotische fracturen zoals fracturen van de humerus en de rib komen minder vaak voor. De incidentie van heupfracturen neemt, zowel bij vrouwen als mannen, toe met de leeftijd. De incidentie is op alle leeftijden hoger bij vrouwen dan bij mannen.

Voor vrouwen neemt de incidentie van heupfracturen toe van twee per 1.000 voor 65 tot 69-jarigen naar 28 per 1.000 vrouwen van 85 jaar en ouder. Bij mannen in dezelfde leeftijdsgroepen neemt de incidentie toe van één naar 16 per 1.000.

Polsfracturen komen vaker voor bij vrouwen. Van de 1.000 vrouwen van 55 jaar en ouder krijgen er per jaar zes een polsfractuur.

Wervelfracturen ontstaan dikwijls zonder directe klachten en naar schatting wordt maar een derde van de wervelfracturen ook echt klinisch vastgesteld. Het aantal radiologisch waarneembare ernstige wervelfracturen bij personen van 55 jaar en ouder wordt geschat op 15.970 per jaar.

De kosten van de zorg voor osteoporose bedroegen 120,1 miljoen euro in 2005. Dat was 0,2% van de totale kosten voor de gezondheidszorg in Nederland en 2,8% van de totale zorgkosten die gemaakt werden voor ziekten van het bewegingsstelsel en bindweefsel. Van de totale kosten voor osteoporose wordt 15% door mannen gemaakt en 85% door vrouwen. De kosten zijn het hoogst in de leeftijdsgroep 70-84 jaar. Het grootste deel (45%) van de zorgkosten voor osteoporose was in 2005 toe te schrijven aan genees- en hulpmiddelen. Verder was 30,1% toe te schrijven aan ziekenhuiszorg en medisch-specialistische zorg, 11,6% aan ouderenzorg, en 7,5% aan eerstelijns hulpverleners.

Osteoporose op zichzelf leidt niet tot de dood. Alleen de gevolgen ervan, namelijk een fractuur, en de eventuele complicaties van deze fractuur, kunnen tot de dood leiden. De belangrijkste fractuur in dit opzicht is de heupfractuur, waarbij vooral in de eerste zes maanden na de fractuur de sterfte sterk is verhoogd. Een verhoogde mortaliteit is aangetoond na zowel wervelfracturen als niet-wervelfracturen. Binnen een jaar is 20-30% van de patiënten met een heupfractuur overleden.

Ook heeft osteoporose invloed op de kwaliteit van leven. Mensen kunnen pijn hebben of kunnen problemen hebben met lopen, buigen, opstaan of het tillen van dingen. Sommige activiteiten zijn daarom niet meer mogelijk. Wel is het zo dat er grote verschillen zijn tussen mensen. De een kan min of meer verder met zijn leven, de ander wordt ernstig beperkt. De schatting van het gemiddelde verlies aan kwaliteit van leven door osteoporose loopt uiteen van 0.40 tot 0.62 Quality Adjusted Life Years (QALY’s) bij vrouwen en van 0.14 tot 0.20 QALY’s bij mannen. Vooral door toenemende vergrijzing van de bevolking zal osteoporose steeds meer voorkomen. Op basis van alleen demografische ontwikkelingen is de verwachting dat het absoluut aantal mensen met osteoporose tussen 2007 en 2040 met 60% zal stijgen.

 

Toolkit

Artikelen

Project ‘Tijd voor oogsten’

Artikel op website Nationaal Programma Ouderenzorg: Almere is de eerste regio in Nederland waar welz...

Bijeenkomst over Transmurale zorg

Naar aanleiding van de CBO bijeenkomst over de transmurale zorgbrug op maandag 5 februari is mevrouw...