Voor de eerste aanschaf krijgen mensen een vergoeding van 496,50 euro per hoortoestel. Na vijf jaar is het opnieuw mogelijk om een vergoeding te krijgen van 496,50 euro per hoortoestel.
Bij vervanging na zes of zeven jaar wordt de vergoeding hoger. De vergoeding is exclusief het verplichte eigen risico van 165 euro.
Als de hoortoestellen die de gebruiker heeft uitgezocht duurder zijn dan de verzekering vergoed dan dient het verschil bijbetaald te worden door de gebruiker zelf. Het kan zijn dat mensen beschikken over een aanvullende verzekering (26;27).
Heeft iemand een hoortoestel nodig voor maatschappelijke participatie (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk), dan kan er een beroep worden gedaan op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De gemeente is hierbij het aanspreekpunt.
Tevens zijn er bepaalde omstandigheden waarbij ouderen een geavanceerder toestel nodig hebben om hun werk te kunnen uitvoeren.
Het UWV kan worden geraadpleegd of iemand in aanmerking komt voor een vergoeding. Als laatste is het mogelijk om gebruik te maken van fiscale voordelen. Hoortoestellen zijn namelijk onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar van de belasting (23;27).